RAAP heeft in maart en april 2018 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Vlamingstraat 1-3 te Zoetermeer in de gemeente Zoetermeer.
Zoals op basis van het bureauonderzoek reeds verwacht werd, bestaat de opbouw van het plangebied uit een recent ophoogpakket op een oud ophoogpakket op natuurlijk veen en kleiige getijde-afzettingen. Voor intact (veraard) veen gold een hoge archeologische verwachting voor de IJzertijd tot Vroege Middeleeuwen. Voor een oud ophogingspakket bestaande uit zandig veen gold een hoge archeologische verwachting voor de Late Middeleeuwen tot Nieuwe tijd. Tijdens het verkennend booronderzoek is de bodemopbouw en de mate van recente verstoringen van de bodem van het plangebied in kaart gebracht. Uit het onderzoek blijkt dat de top van het veen is vergraven. Voor resten uit de IJzertijd tot en met de Vroege Middeleeuwen kan de verwachting worden bijgesteld naar laag. Het oude ophogingspakket uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd is wel aanwezig in het plangebied. Dit pakket is aangetroffen op een diepte van 0,7 m –mv tot 1 m –mv (1,95 tot 2,3 m – NAP), met een uitschieter in boring 1 op 1,6 m (2,90 m – NAP). De dikte van het oude ophogingspakket verschilt van 1 m tot 2,4 m.
Ter hoogte van het tussengebouw reikt de verstoring tot minstens 0,7 m -mv, en ter hoogte van het huidige woonhuis is de ondergrond vergraven tot minstens 1,75 m -mv tijdens de aanleg van de kelder.
Op basis van de resultaten van dit onderzoek blijkt dat in het plangebied geen archeologische resten bedreigd worden.
