Uit de resultaten van het veldonderzoek blijkt dat de bodemgesteldheid (veldpodzolgrond) in het overgrote deel van de deelgebieden kenmerkend is voor een lage, natte landschappelijke ligging. Tevens bleek de bodem in grote delen van het gebied verstoord te zijn tot onder het archeologisch relevante niveau. Op basis van het veldonderzoek zijn enkele zones te duiden met een ligging op een dekzandrug (zone A op het Vliegveld) waaraan een middelhoge verwachting kan worden toegekend en enkele zones in het Zuidkamp met een plaggendek (al dan niet in combinatie met een podzolprofiel). Aan deze zones kan een hoge archeologische verwachting worden toegekend.
De bureaustudie naar resten van de Fliegerhorst uit WOII had als doel het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor dit specifieke tijdvak, aangezien deze periode niet vertegenwoordigd is op de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart. Het onderzoek betrof een gecombineerde studie van archieven, literatuur en luchtfoto’s en een veldinspectie gericht op relicten uit WOII.
Fliegerhorst Twente is van grote betekenis voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in het oosten van Nederland. Niets in de Fliegerhorst staat als object op zichzelf: het past allemaal in een geheel, van de gebouwen van de Duitse Luftwaffe, tot de moderne straaljagershelters, tot de afvaldumps in de bosschages bij de Druiventros; de sporen vertellen tezamen een verhaal. In een bredere co ntext is het bovendien wenselijk om een WOII-laag op te nemen op de gemeentelijke archeologische beleidskaart en een in de toekomst te vervaardigen cultuurhistorische beleidskaart.