Het onderzoeksgebied heeft een oppervlakte van ca. 3000 m² en was vóór de sloop in gebruik als schoolgebouw. Het gebied wordt begrensd door de Groenestraat in het zuiden, de Huserstraat in het westen, de Torenstraat in het noorden en de Venestraat in het oosten.
Tijdens de begeleiding zijn alleen op die plaatsen waar het Torenhuis en de gracht werden verwacht werkputten aangelegd, in het noorden van het plangebied. Hier werden sporen van bewoning uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd aangetroffen. Het gaat onder andere om muuruitbraakrestanten die toegewezen kunnen worden aan het Torenhuis. Hier langs lag een gracht, die waarschijnlijk wel aansloot op de stadsgracht, maar bij het Torenhuis zelf hoorde. In de noordoosthoek van het plangebied is een boomstamleiding aangetroffen die uitmondde in deze gracht. Deze was afkomstig van een perceel dat ten noordoosten van het Torenhuis lag. De leiding werd waarschijnlijk gebruikt voor het lozen van afvalwater. In het zuiden van de aangelegde werkput werd een sloot aangetroffen met een oost-west oriëntatie. Op basis van het aardewerk kan deze gedateerd worden in de 2e helft van de 14e eeuw, nog voor het Torenhuis gebouwd was. Uit botanische monsters die uit deze sloot werden genomen valt af te leiden dat er in de directe omgeving open bossen waren met o.a. eik en hazelaar, evenals weidegronden en heide.