De beoogde ingreep bestaat uit de sloop van de huidige bebouwing en de bouw
van een appartementencomplex met vijf woontorens. De fundering exclusief
heipalen komt op een diepte van 120 cm -mv. Het binnenterrein wordt bestraat.
Het plangebied ligt op een oeverwal van de Oude Rijn. Op en in de top hiervan
kunnen archeologische resten vanaf het Neolithicum voorkomen. Op de
oeverafzettingen is in de jaren 20 van de 20 e eeuw een ophogingspakket
opgebracht. Vervolgens is het terrein in gebruik als groenteveiling. De
groenteveiling bestaat uit een aantal gebouwen, insteekhavens en kades. Op
basis van oude bouwtekeningen van de groenteveiling wordt geconcludeerd dat
de bodem in de jaren 20 van de 20 e eeuw ongeveer 1 m is opgehoogd. De
poeren van de bebouwing staan op het voormalige maaiveld. De insteekhavens
reiken tot onder het niveau van het voormalige maaiveld. In de loop van de 20 e
eeuw zijn de insteekhavens gedempt en zijn de originele veilingpanden
grotendeels gesloopt en vervangen door nieuwbouw.
Het is niet uitgesloten dat zich onder het voormalige maaiveld tussen de
insteekhavens nog archeologische resten bevinden. Uitgaande van een 100 cm
dik ophogingspakket zal de oorspronkelijke bodem slechts 20 cm worden
geroerd. De bovenste 20 cm bestaat uit de oude bouwvoor. Deze is door
subrecente grondwerkzaamheden verstoord en bevat naar verwachting geen
intacte archeologische resten.
Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de
voorgenomen ontwikkeling.