Amsterdam-Noord was in de oorlogsjaren een geïsoleerde landelijke woonwijk. Er was veel zware industrie, waaronder de goed gecamoufleerde fabriek van vliegtuigbouwer Fokker, die in handen van de bezetter was. Op zaterdag 17 juli 1943 bestookten 41 Vliegende Forten van het onervaren Amerikaanse 8e luchtleger de fabriek. Geen enkele bom trof doel, maar de ravage in de woonwijk was groot en 152 burgers vonden de dood.
Op zondag 25 juli slaagden tien Engelse Mitchell-bommenwerpers wel in hun missie: de Fokkerfabriek werd deels vernietigd. Drie dagen later was er een aanval van Franse bommenwerpers, die nog eens zeventien burgers het leven kostte en opnieuw enorme schade toebracht aan de wijk. In dit project zijn zeven getuigen geïnterviewd over de bombardementen van juli 1943. Zo komt iemand aan het woord die voor het verzet met een primitieve camera foto’s maakte van de fabriek. In de interviews gaat het verder over de hulpverlening, die grotendeels vanuit het Amsterdamse centrum op gang moest komen. Ook wordt aandacht besteed aan de Ritakerk-parochie, die tijdens het bombardement van 17 juli zijn 25-jarig bestaan vierde en een voltreffer kreeg. Beeldmateriaal van de bombardementen is beschikbaar via het HCAN.