Javanen in Diaspora, interview met Simon Sanwikarja

Naam: Simon Sanwikarja Achternaam: Sanwikarja Geboorteplaats: Tamanredjo Geboortedatum: 1951 Woonplaatsen: Suriname 1951 - 1971; Nederland 1971 -

Mijn familienaam is Sanwikarja. Mijn voornaam  Simon. Ik ben geboren op 6 januari 1951, op Tamanredjo, in het district Commewijne. Ik was het enige kind van mijn ouders. Ik ging pas laat naar school, ik was al bijna zeven jaar. Dat kwam omdat ik bang was voor de juffen en de meesters. Eenmaal op school heb ik mijn schooltijd als een leuke tijd ervaren.

Ik moest wel hard werken vergeleken met mijn vrienden en vriendinnen. Als Javanen waren wij een van de weinigen met koeien, en ik moest daarvoor zorgen. Koeien waren mijn beste vrienden, mijn speelkameraden. Na school en na het eten, tegen half twee, dan ging ik met de koeien het weiland in. Je had eerst een stuk land, waar rijst verbouwd werd, en verderop was een open veld. Daar mocht iedereen zijn koeien los laten lopen.  Als ik met de koeien naar het veld ging, dan nam ik mijn schoolschriften mee en dan ging ik in een boom zitten leren. Kon ik in de tussentijd mooi die koeien in de gaten houden. Aan het eind van de dag, zo tegen zes uur ‘s avonds, moesten de koeien weer bij elkaar gedreven worden. En dan ging ik langs de rijstvelden naar huis.

Het was hard werken om als kind voor de koeien te zorgen, maar het was ook mijn geluk. Want die koeien stelden mij in staat om verder te studeren. Koeien waren een soort belegging in die tijd. Wanneer je geld nodig had, kon je een koe verkopen. Zo heb ik ook mijn eerste fiets kunnen kopen. Als je klein bent, wil je net als andere kinderen spelen, maar achteraf gezien ben ik dankbaar dat mijn ouders mij hebben geleerd om te werken. Daardoor heb ik leren inzien dat je dingen niet gratis krijgt op deze wereld. 



Van de hele klas van Tamanredjo waren er maar twee kinderen die geslaagd waren voor het toelatingsexamen voor de MULO: een meisje dat Legirah heette en ik. Toen ik in de stad naar de MULO ging, trok ik eerst bij mijn tante in. Later verbleef ik in het internaat.  Op de MULO heb ik goed mijn best gedaan. Het enige wat ik wilde, was zo ver mogelijk komen. Op Tamanredjo had ik eigenlijk geen voorbeeld gehad. De enige mensen die toen als referentiekader fungeerden,  waren de schooljuffrouw en de politieagent.

Toen ik in de stad kwam wonen, zag ik natuurlijk veel meer mogelijkheden. Ik heb de MULO afgemaakt en mijn diploma behaald, en deed vervolgens toelatingsexamen voor de Algemene Middelbare School, de AMS. Ik slaagde en zo kon ik stapsgewijs mijn doelen hoger stellen, want ik wilde verder.

Na drie jaar had ik mijn AMS-diploma op zak en had ik de benodigde papieren om aan een universiteit te gaan studeren. Ik had daar natuurlijk zelf niet de financiële middelen voor, mijn enige kans was om een studiebeurs aan te vragen.

Dat ik uiteindelijk arts ben geworden is geen bewuste keuze geweest, maar puur een strategische. In Suriname kon je voor bepaalde richtingen een studiebeurs krijgen: of je ging studeren aan de Technische Universiteit in Delft of je ging Medicijnen studeren in Leiden. Omdat er voor Medicijnen meer beurzen beschikbaar waren, heb ik daarvoor gekozen. Het was niet omdat ik arts wilde worden, maar omdat ik het hoogste wilde bereiken. Dat was mijn motivatie.




Ik moest hard werken als kind zijnde, maar ik ben mijn ouders toch dankbaar dat zij mij dingen hebben bijgebracht. Mijn ouders waren niet geschoold, maar ze hadden een hele simpele filosofie: eerst zaaien, dan oogsten. Je krijgt dingen niet voor niets, je moet er je best voor doen. Maar als je dan je best doet, dan krijg je er wel iets voor terug.

Ik hoop dat diegenen onder de Javanen die afgestudeerd zijn, als voorbeeld worden genomen. Javanen moeten meer hun best doen. Want qua scholing lopen we nog steeds achter op Creolen en Hindoestanen, ook in Nederland. Een keer per jaar hebben we een bijeenkomst voor Surinaamse mensen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg. Ik zie daar een heleboel Surinaamse artsen, maar Javanen kun je op je vingers tellen. Dat houdt me wel bezig.

Vroeger had ik geen geld. Maar met het beetje geld dat ik had, abonneerde ik mij op een tijdschrift over natuurkunde. Ik kan het me nog goed herinneren, het heette Pythagoras. En daarnaast deed ik een schriftelijke tekencursus. Je moet niet denken dat je iets niet kunt. Nee, probeer het. Dat is de boodschap die ik aan jongeren mee zou willen geven. Heel simpel, goed je best doen. Je krijgt dingen niet gratis, je moet doorzetten.

En hoe je het ook draait of keert, ik blijf een Javaan. Javaan zijn zelf zegt niet zoveel, maar wel de geschiedenis die ik heb doorgemaakt. Dat ik armoede heb gekend, maakt dat ik een andere gedachtengang heb. Ik heb meer drive om mijn best te doen. Dat wat je hebt meegemaakt, bepaalt uiteindelijk je karakter, je denkwijze en je filosofie.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z2w-nbsb
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-hzf-zsj
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:42587
Provenance
Creator Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV); Stichting Comité Herdenking Javaanse Immigratie (STICHJI)
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Interviewer: Lisa Djasmadi; Bewerkt door: Lisa Djasmadi; Projectcoördinatie: Rosemarijn Hoefte (KITLV) en Hariëtte Mingoen (STICHJI)
Publication Year 2011
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format PDF
Discipline Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture; Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture and Veterinary Medicine; History; Humanities; Life Sciences; Social Sciences; Social and Behavioural Sciences; Soil Sciences
Spatial Coverage Suriname; Nederland; Tamanredjo; Commewijne; Leiden