De geïnterviewde was beroepsofficier bij de Marine. Hij vertelt over het werk op een mijnenveger en beschrijft de situatie in Indië die hij van een afstand meemaakte. Na terugkeer in Nederland vertrok de geïnterviewde naar Nieuw-Guinea. Veel partijen bemoeiden zich met het beleid op Nederlands-Nieuw-Guinea. Hij ergerde zich aan de politieke missies vanuit de Tweede Kamer. Problemen ontstonden met betrekking tot de verschillende interpretaties van het gebruik van de schaarse vruchtbare gronden tussen de Nederlandse regering en de Papoea's. De geïnterviewde beschrijft de politieke ontwikkelingen naast de ontwikkelingen in de industrie op Nieuw-Guinea.