Het plangebied zelf maakt deel uit van de voormalige vestingwerken (bastion Zeeland) en binnengracht. In recentere tijden heeft de industrie zijn stempel gedrukt op het plangebied. De N.V. Stoomzuivelfabriek aan de Melkkade werd in 1901 geopend en deed dienst tot 1963, toen de fabriek na een fusie van verschillende zuivelfabrieken moest sluiten. In 1970 werd er na een grondige verbouwing een nieuw bedrijf in gestart dat nog zeker twintig jaar heeft gedraaid. De fabriek werd in de jaren ’90 van de vorige eeuw gesloten, verkocht aan de gemeente en is in het kader van de herbestemming gesloopt voor de realisatie van woningbouw.1 Enkel de dienstwoning van de eerste directeur is behouden. De archeologisch begeleidde ontgraving was ten westen van deze directeurswoning.
Tijdens de aanleg van de bouwput werd binnen de gehele ontgraving een geroerde overwegend donker grijs of donker bruine gevlekte zandgrond aangetroffen. Deze bestaat over de gehele werkput uit twee lagen. De bovenste laag van zo’n 50 cm (rond ca. +10,40 m NAP)2 in dikte was over het algemeen wat lichter van kleur en de onderste laag (50 tot 120 cm –mv of wel +10,40 tot +9,70 m NAP) was donkerder van kleur.
De verstoorde bodemopbouw zal het gevolg zijn van de verschillende bodemingrepen ten tijde van de bouw, sloop en saneringswerkzaamheden binnen het (voormalige) melkfabrieksterrein. Er werden geen aanwijzingen waargenomen die deze bodemverstoring koppelen aan de aanleg van de vestingwallen of grachtdemping rond 1600. Vanwege het beperkte dieptebereik van de aanleg van de bouwkuip is niet duidelijk geworden of in de diepere ondergrond hiervan nog wel sporen voorkomen.
Er werden tijdens het veldonderzoek geen archeologische of bouwhistorische restanten, grondsporen of vondsten aangetroffen die wijzen op een ter plaatse voorkomende (intacte) vindplaats behorende tot het bolwerk, oude bewoning of voormalige rivierloop dan wel van een andere aard.