Het onderzoeksterrein ligt op ruim 20 m van de Berg en Dalseweg. De oudste voorganger van deze weg uit de Romeinse tijd volgt nagenoeg hetzelfde tracé. De geringe afstand tot deze weg en de in de omgeving aangetroffen graven uit de eerste eeuwen van onze jaartelling deden vermoeden dat ter plekke van het aan te leggen zwembad crematiegraven uit de Romeinse tijd verwacht mochten worden. Of er ook resten uit andere perioden, die ook op andere plekken in Nijmegen-Oost zijn gevonden, aangetroffen konden worden was voorafgaande aan het onderzoek onzeker. Tijdens de opgraving zijn echter geen archeologisch relevante sporen aangetroffen, ook niet uit de Romeinse tijd. De verzamelde vondsten sluiten hierbij aan. Zij stammen allemaal uit de 20e eeuw en bevonden zich in de ‘bouwvoor’. In de daaronder gelegen cultuurlaag zijn geen vondsten aangetroffen. Het bodemprofiel geeft niet de indruk dat er op dit terrein erg veel grond is verzet ten behoeve van egalisatie of ophoging. De ongestoorde bodemopbouw en de afwezigheid van archeologische sporen kan voor wat de Romeinse tijd twee dingen betekenen, ofwel het verwachte grafveld heeft niet zo ver in oostelijke richting langs de weg uit die tijd doorgelopen, ofwel de spreiding van de graven is ter plekke zodanig extensief dat aangelegde bouwput tussen de graven is aangelegd. De eerste verklaring lijkt het meest waarschijnlijke omdat er tijdens het onderzoek geen scherven of metalen voorwerpen uit de Romeinse tijd zijn aangetroffen.