Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek is vastgesteld dat in de onderzochte delen van het tracé 2 hoogstwaarschijnlijk waardevolle vindplaatsen uit de Midden Steentijd liggen. Het betreft de vindplaatsen die zijn aangeduid als vindplaats 2 en vindplaats 3. De zone die aanvankelijk is aangeduid als vindplaats 1, blijkt geen concrete vindplaats te zijn, maar een lichte zweem van resten (losse vondsten) uit de Middeleeuwen en de Steentijd. Met de waardestelling van de vindplaatsen 2 en 3 moet vooralsnog terughoudend worden omgegaan, omdat het niet mogelijk was om de aard, omvang, datering en kwaliteit volledig vast te stellen. Als gevolg van de afdekking met veen en klei is op de onderzochte delen van de vindplaatsen sprake van een hoge mate van gaafheid. Een deel van beide vindplaatsen is vermoedelijk verstoord ten gevolge van de aanleg van vorige gasleidingen. Op geen van beide vindplaatsen zijn onverkoolde organische resten aangetroffen. Waarschijnlijk zijn dergelijke resten niet bewaard gebleven. De mate van conservering van de vindplaatsen is daarom waarschijnlijk slecht. Mocht een aanzienlijk deel van beide vindplaatsen nog gaaf zijn, dan zijn ze, op basis van de huidige kennis van zaken, van hoge archeologische waarde. Verreweg het grootste deel van de bekende vindplaatsen uit de Steentijd in Noord-Nederland ligt namelijk aan de oppervlakte en is daarom meestal ernstig aangetast. Over de dichtheid aan, en de kwaliteit van vindplaatsen uit de Steentijd in het Noord-Nederlandse kustgebied bestaat nog geen duidelijk beeld. Dit heeft te maken met de afdekking van deze vindplaatsen met veen en/of klei, waardoor ze moeilijk op te sporen zijn. Daarom zijn de tijdens onderhavig onderzoek aangetroffen vindplaatsen bijzonder te noemen. Het laat-middeleeuwse kogelpotaardewerk dat op de vindplaatsen 2 en 3 is aangetroffen, betreft geen concrete nederzettingsresten, maar losse vondsten uit het veen (dat in deze periode in dit gebied het maaiveld vormde). Vervolgonderzoek in het tracé van de gasleiding is niet zinvol vanwege de geringe omvang van de verstoring die optreedt tijdens de aanleg van de gasleiding. De nu onderzochte delen van de vindplaatsen 2 en 3 zijn in omvang gelijk aan de verstoring die zal optreden tijdens de aanleg van de gasleiding. Het verdient aanbeveling in de Dollardpolders grootschalig onderzoek te doen naar de aanwezigheid van nederzettingen uit de Steentijd. Vanwege de afdekking met veen en klei zijn zeer weinig van dergelijke vindplaatsen bekend. Juist hier liggen vindplaatsen die niet of nauwelijks verstoord zijn en, onder bepaalde omstandigheden, ook nog goed bewaarde organische resten kunnen bevatten. Met andere woorden: in dergelijke gebieden liggen de meest waardevolle vindplaatsen. Door middel van booronderzoek kan worden bepaald wat de dichtheid aan vindplaatsen is in dit gebied en kan ook een uitspraak worden gedaan over de kwaliteit (gaafheid en conservering) en wetenschappelijke waarde van de aanwezige vindplaatsen. Van waardevolle vindplaatsen kan vervolgens worden bepaald op welke wijze (bestemmingsplan, Monumentenwet, gemeentelijke monumentenlijst) bescherming dient te worden gerealiseerd.
