Bureauonderzoek
Op basis van het archeologisch bureauonderzoek geldt een brede archeologische verwachting. Er kunnen in het plangebied in theorie archeologische resten vanaf het laat paleolithicum tot en met de nieuwe tijd worden aangetroffen. Deze verwachting is echter sterk afhankelijk van het feit of de bodemopbouw in het plangebied verstoord is geraakt door bijvoorbeeld grondwerkzaamheden. Dit kan niet worden bepaald door een bureauonderzoek alleen. Er is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd om de mate van intactheid van de bodemopbouw en eventuele aanwezige archeologische lagen te bepalen.
Booronderzoek
Het veldonderzoek heeft de aanwezigheid van een pakket sneeuwsmeltwaterafzettingen bevestigd. Hierin is een dunne bouwvoor of A-horizont ontwikkeld. Hierbij dient te worden opgemerkt dat in de bouwvoor vaak resten van de onderliggende C-horizont zijn opgenomen en dat ter plaatse van boringen 4, 5 en 6 onder de bouwvoor sprake is van een geroerde C-horizont. In beide gevallen blijkt de top van de C-horizont vergraven te zijn en is deze (deels) in de bouwvoor opgenomen. Nergens werd daarnaast een (deels) intact podzolprofiel aangetroffen.
Daarnaast zijn, in tegenstelling tot de verwachtingen geen archeologische vondsten of andere aanwijzingen gevonden om de aanwezigheid van een vindplaats te veronderstellen. De kans op het aantreffen van een vindplaats wordt dan ook laag ingeschat.
(Selectie)advies
Op basis van de resultaten en conclusies van het veldonderzoek wordt geadviseerd om het plangebied, voor wat betreft archeologie, vrij te geven ten gunste van de voorgenomen ontwikkeling.
De implementatie van de bovenstaande aanbeveling is afhankelijk van het oordeel van de bevoegde overheid, in deze de gemeente Apeldoorn. Deze dient een selectiebesluit te nemen.
Op 30-01-2019 heeft de gemeente Apeldoorn laten weten in te kunnen stemmen met de bovenstaande aanbeveling.