Volgens het bureau-onderzoek door Econsultancy ligt het plangebied op een hoger gelegen plateau-achtig terrasrest, op de overgang naar het lager gelegen beekdal van de Vragender Beek. Er worden hoge enkeerdgronden verwacht. De onderzoekslocatie heeft een hoge trefkans voor intacte archeologische resten en/of sporen uit alle perioden. In de omgeving van de onderzoekslocatie zijn twee AMK-terreinen aanwezig met resten uit de Late Middeleeuwen en een prehistorisch nederzettingsterrein. In de omgeving zijn waarnemingen bekend uit de periode Neolithicum-Nieuwe Tijd. Bij een tweetal terreinen binnen 300 m van de onderzoekslocatie zijn bij eerdere archeologische onderzoeken archeologische resten uit de periode Bronstijd/Vroege Middeleeuwen (150 m ZO van de onderzoekslocatie), en sporen van nederzettingen uit de IJzertijd en de Late Middeleeuwen (300 m O van de onderzoekslocatie) aangetroffen. Het zuidelijk gelegen en uiterst zuidwestelijk deel van het noordelijk gelegen terreindeel is tot aan de jaren '70 van de 20ste eeuw in agrarisch gebruik en vormde onderdeel van de 'Vragender Esch'.
Het terrein van het sportcomplex is in de jaren '70 aangelegd. Het merendeel van het noordelijk gelegen terreindeel lag voorheen binnen met heggen of houtwallen omgeven agrarische percelen, waarschijnlijk horend tot het boerenerf 'Hammer'. Tot op heden is dit terreindeel in agrarisch gebruik gebleven.
Het karterend inventariserend booronderzoek heeft aangetoond dat ten zuiden van de Kapelweg een dik eerddek aanwezig is, waardoor de bodem als hoge enkeerdgrond geclassificeerd kan worden. In het eerddek is op basis van verschil in kleur en humeuziteit onderscheid tussen de eerste fase van de plaggenbemesting, waarbij ook bosstrooisel werd gebruikt, en de tweede fase waarbij de overstap werd gemaakt naar heideplaggen. Onder het eerddek bevindt zich een pakket sneeuwsmeltwaterafzettingen.
In het merendeel van het noordelijk en lager gelegen terreindeel is de keileem waarschijnlijk geërodeerd, aangezien hier tot 150 cm -mv sneeuwsmeltwaterafzettingen voorkomen. Het oorspronkelijke bodemprofiel, een veldpodzol, is hier grotendeels afgetopt. Ten noorden van de Kapelweg is in een boring een fragment proto-steengoed uit de 13e eeuw aangetroffen.
Op basis van het karterend booronderzoek kan worden geconcludeerd dat op het terreindeel ten noorden van de Kapelweg mogelijk sprake is van een archeologische vindplaats (ter plaatse van boring 3). In de overige boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Dit wil overigens niet zeggen dat hier geen archeologische resten voorkomen. Bij een lage vondstdichtheid is de kans op het aanboren van vondsten klein en mogelijk aanwezige grondsporen laten zich niet doormiddel van een booronderzoek aantonen. De archeologische verwachting voor de overige terreindelen blijft dus hoog.