Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed heeft in oktober - november 2017 een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen binnen het plangebied ‘s-Heer Arendskerke Slotstraat uitgevoerd. De aanleiding tot het onderzoek wordt gevormd door het voornemen van de gemeente om binnen een deel van het plangebied het bestaande HWA-riool te vervangen en binnen het volledige plangebied de trottoirs, wegverharding en groenstroken te vernieuwen. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van circa 0,6 ha. De verstoring die met de geplande ingrepen zullen gepaard gaan betreffen maximaal 2,30 m -mv ter plaatse van het te vervangen riool, 1 m –mv ter plaatse van de te vernieuwen wegen en trottoirs en 0,50 m –mv voor het aanleggen van de groenstroken.
In een eerste fase is voor het plangebied een bureauonderzoek uitgevoerd. Op basis van de in dit bureauonderzoek beschreven informatie over de huidige situatie, de aardwetenschappelijke, de historische situatie en bekende archeologische waarden is een specifieke archeologische verwachting opgesteld. Deze verwachting is in het veld aan de hand van een Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen getoetst.
Tijdens het veldonderzoek zijn 14 boringen verricht. De maximale diepte van de boringen bedroeg 3,65 m – mv (3,4 m –NAP). Op basis van deze boringen bestaat de ondergrond ter plaatse van het plangebied uit een gelaagde opbouw met afzettingen van het Laagpakket van Walcheren die bestaan uit geulafzettingen. De afzettingen van het Laagpakket van Walcheren hebben het onderliggende Hollandveen gedeeltelijk tot volledig geërodeerd. Resten van het Hollandveen zijn aangetroffen op een diepte tussen 1,85 en 3,12 m –mv (1,66 en 2,91 m –NAP) en bestaan uit een restant met een dikte tussen 0,03 en 0,80 m. Het onderliggende Laagpakket van Wormer is aangetroffen op een diepte tussen 2,5 en 3,68 m –mv (2,31 en 3,48 m –NAP) en bestaat uit klei. In die boringen waar het Hollandveen volledig is weg geërodeerd rust het Laagpakket van Walcheren rechtstreeks op het Laagpakket van Wormer, op een diepte tussen 2,55 en 3 m –mv (2,2 en 2,67 m –NAP).
De bovenzijde van het boorprofiel wordt gevormd door een subrecent pakket dat aangebracht is bij de verharding van de weg. In het uiterste zuiden van het plangebied zijn in boringen nr. 1 tot en met 5 tussen de subrecente pakketten en het Laagpakket van Walcheren archeologische lagen aangetroffen die toe te schrijven zijn aan de historische bewoning van ’s-Heer Arendskerke (en mogelijk ook het nabijgelegen slot) vanaf de Middeleeuwen. Deze lagen zijn aangetroffen vanaf een diepte tussen 0,25 en 0,5m –mv ( 0,03 + en 0,17 m –NAP) en lopen door tot een diepte tussen 0,9 en 1,5 m –mv (0,52 en 1,31 m –mv), bij boring nr. 1 is er sprake van een ondoordringbare puinlaag (fundering?) op een diepte van 0,65 m –mv.
Op basis van het aan de hand van een verkennend inventariserend veldonderzoek getoetste verwachtingsmodel geldt er voor het plangebied een lage verwachting voor vindplaatsen uit het Neolithicum (niveau Laagpakket van Wormer) en de Bronstijd (onderzijde Hollandveen). Voor de (Late) IJzertijd en Romeinse Tijd (bovenzijde Hollandveen) geldt geen verwachting. Voor de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd geldt dan weer een hoge verwachting in het zuiden van het plangebied. Hier is een antropogeen pakket aangetroffen dat vermoedelijk toe te schrijven is aan de historische kern van ’s-Heer Arendskerke en mogelijk ook de voormalige bezittingen van de heren van Schengen (motte en slot van Schengen). Ook voor het uiterste noorden van het plangebied geldt een hoge verwachting voor resten van een dijklichaam uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Zowel de vindplaats in het zuiden van het plangebied als de bovenzijde van dit dijklichaam in het noorden zijn gedeeltelijk verstoord bij de aanleg van de huidige wegen en de hierin aanwezige kabels en leidingen.
