Dit interview bestaat uit twee gesprekken: 1318.1 en 1318.2.
1318.1 De geïnterviewde schetst een beeld van het leven in Indië voor de oorlog en hij gaat in op zijn schooltijd. Tijdens de bezetting verhuisde het gezin naar een onderneming. Andere gezinnen verdwenen, maar het gezin van de geïnterviewde kon blijven. De geïnterviewde vertelt hoe hij aan mensen diensten verleende in deze tijd.
1318.2 De geïnterviewde vertelt over het werk van zijn vader tijdens de bezetting. De geïnterviewde bleef buiten het kamp. Hij vertelt hoe hij samen met andere Indische en Indonesische jongens van de Japanners moest leren exerceren, met een scherpe stok van bamboe. Hij zag hoe Indonesische schooljongens lange marsen moesten rennen. Na de capitulatie werkte de geïnterviewde voor het Rode Kruis en bezorgde onder andere melk in kamp Tjideng. Na de eerste politionele actie ging de geïnterviewde met het Rode Kruis naar Poerwakarta om een kliniek te helpen opzetten. De geïnterviewde ging studeren en ging in 1950 naar Nederland.