Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van megaboringen in deelplan 1 van het projectgebied Meerstad, te Harkstede, gemeente Slochteren (Gr.)

Conclusie Gebied AC1: Binnen dit onderzoeksgebied bevinden zich verschillende locaties waar aardewerk is gevonden. Met name in en rond deelgebied G is veel materiaal aangetroffen. Binnen deelgebied G volgen de vondsten de contouren van de zandkop. In een boring bevindt zich zowel prehistorisch aardewerk als bewerkt vuursteen. Het gaat om boring 1538. Daarnaast is vuursteen gevonden in boring 1530 terwijl boring 1532 prehistorisch aardewerk bevat. Deze boringen liggen niet ver van elkaar. Het is goed mogelijk dat het in beide gevallen om een vindplaats gaat. De vondsten van baksteenfragmenten lijken samen te vallen met de historische huisplaatsen. De onderzoeksvragen kunnen voor dit onderzoeksgebied als volgt beantwoord worden: 1 Zijn er archeologische resten in de geselecteerde gebieden? Ja, er zijn archeologische resten aangetroffen op diverse plaatsen. 2 Wat is de aard, omvang, kwaliteit en locatie (horizontaal en verticaal) van de archeologische resten, indien mogelijk? De archeologische resten bestaan uit aardewerk uit de periode prehistorie – Nieuwe Tijd, bewerkt vuursteen, baksteenfragmenten, sintels en verkoold materiaal. Rond boringen 1538 en 1530–1532 gaat het mogelijk om een prehistorische site aangezien hier prehistorisch aardewerk en bewerkt vuursteen is gevonden. Het opgeboorde materiaal bestaat uit relatief kleine fragmenten, wat het moeilijk maakt om de kwaliteit te beoordelen. Het vondstmateriaal komt uit het dekzand, wat in boring 1538 op 50 cm onder het maaiveld begint, en in de boringen 1530–1532 op ca. 40 cm diepte. De horizontale spreiding is beperkt tot 50 m rond de twee laatste boringen. 3 In welke mate stemmen de resultaten overeen met het verwachtingsmodel uit het verkennend onderzoek? Binnen dit deelgebied komen de archeologische resten overeen met de verwachtingen uit het verkennende booronderzoek. De vondsten zijn beperkt tot de dekzandkoppen en vooral tot die plaatsen waar het dekzand aan een laaggelegen gebied grenst, dus locaties vanwaar men in de steentijd uitzicht had over lagergelgen gebied. De grotere dekzandkoppen/plateau’s hebben ondanks aanwezig relief opvallend weinig vondstmateriaal opgeleverd.

Dit onderzoeksgebied valt op door de vele aardewerkvondsten van prehistorische ouderdom. Dit materiaal is in verschillende, aan elkaar grenzende boringen aangetroffen. Er is maar in een boring bewerkt vuursteen gevonden. Het aantal boringen met sintels en baksteenfragmenten is hier groot. In vrijwel alle boringen is verkoold materiaal aanwezig dat wijst op een bosbrand. De onderzoeksvragen kunnen voor dit deelgebied als volgt beantwoord worden: 1 Zijn er archeologische resten in de geselecteerde gebieden? Ja, er zijn archeologische resten aangetroffen op diverse plaatsen in het onderzoeksgebied. 2 Wat is de aard, omvang, kwaliteit en locatie (horizontaal en verticaal) van de archeologische resten, indien mogelijk? De aangetroffen archeologische resten bestaan uit aardewerk dat in ouderdom varieert van prehistorie tot Nieuwe Tijds, bewerkt vuursteen, baksteenfragmenten, sintels en veel verkoold materiaal. Op verschillende plaatsen grenzen twee of meer boringen met aardewerk uit de prehistorie aan elkaar. Gelet op het al eerder aan het oppervlak gevonden aardewerk gaat het hier om vindplaatsen uit de prehistorie en mogelijk uit de Vroege Middeleeuwen. Het opgeboorde materiaal bestaat uit relatief kleine fragmenten wat het moeilijk maakt de kwaliteit te beoordelen. De archeologsiche indicatoren zijn afkomstig uit de top van het dekzand en liggen bij boring 869 op 90 cm diepte, bij boringen 904 en 903 tussen 40 en 70 cm diepte en bij boringen 969 en 971 tussen 20 en 50 cm diepte. De horizontale spreiding is beperkt tot het gehele zuidelijke perceel van dit onderzoeksgebied. 3 In welke mate stemmen de resultaten overeen met het verwachtingsmodel uit het verkennend onderzoek? Het beeld komt overeen met de resultaten van het verkennend booronderzoek. Het perceel met veel oppervlaktevondsten van aardewerk blijkt ook in de top van het dekzand rijk aan archeologische resten. Het betreft hier een hogergelegen plateau zonder veel relief. De rijkdom aan aardewerk is hier in tegenspraak met de aanname in het verkennende booronderzoek dat vooral kleine koppen kansrijk zijn. Het ontbreken van bewerkt vuursteen (met uitzondering van een boring) komt wel met dit verwachtingsmodel overeen.

In gebied J is op drie plaatsen bewerkte vuursteen aangetroffen en zijn er verschillende locaties met prehistorisch aardewerk. Deze laatste volgen de noordelijk contour van de zandrug. In boring 613 komt naast prehistorisch aardewerk ook een vuursteen afslag voor, terwijl in de aangrenzende boringen (611, 612 en 614) ook prehistorisch aardewerk is gevonden. Het aardewerk uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd komt verspreid over het gebied voor. De onderzoeksvragen kunnen voor dit onderzoeksgebied als volgt beantwoord worden: 1 Zijn er archeologische resten in de geselecteerde gebieden? Ja, er zijn archeologsice resten aangetroffen in het onderzoeksgebied. 2 Wat is de aard, omvang, kwaliteit en locatie (horizontaal en verticaal) van de archeologische resten, indien mogelijk? De aangetroffen archeologsiche resten bestaan uit aardewerk dat stamt uit de periode prehistorie –Nieuwe Tijd, bewerkt vuursteen, baksteenfragmenten, sintels en verkoold materiaal. Het gaat bij de boringen 611–614 om een vindplaats van prehistorisch aardewerk en bewerkt vuursteen. Het opgeboorde materiaal bestaat uit relatief kleine fragmenten wat het moeilijk maakt de kwaliteit te beoordelen. Het materiaal komt uit de top van het dekzand, dat hier op 40–70 cm diepte ligt. De horizontale verspreiding is beperkt tot een straal van 25 meter om de vondstlocaties. 3 In welke mate stemmen de resultaten overeen met het verwachtingsmodel uit het verkennend onderzoek? De resultaten stemmen goed overeen met de verwachting uit het verkennend booronderzoek. De archeologische vondsten zijn beperkt tot de hogere dekzandrug en volgen op zeer fraaie wijze de contour van de rug.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xbw-kycz
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-z5c-sv0
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:33730
Provenance
Creator Archaeological Research en Consultancy; Wieringa, A.; Roller, G.J. de; Blom, drs M.C.
Publisher ARC bv
Contributor ARC bv
Publication Year 2008
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format CSV; application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.658 LON, 53.227 LAT); 07G; Driemerenweg; Harkstede; Slochteren; Groningen