Deze Rotterdamse jongen was 12 jaar toen de Duitsers Nederland binnenvielen en hij onderweg naar school doden zag vallen. In 1948 kwam hij als dienstplichtig militair op bij het Korps Mariniers in Volkel. Hij opteerde als reserve-officier en in 1951 werd hij uitgezonden naar Nieuw Guinea. Hij zou er Amerikaanse bommen en vliegtuigen gaan opruimen. Een verhaal over patrouilles, het eten van slangen en klapperratten en heel, heel veel improviseren.
Met de geïnterviewde zijn twee of meer interviews gehouden. Zie relations