ADC ArcheoProjecten heeft een inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven onder OCE-begeleiding uitgevoerd in het plangebied Klingelbeekseweg tussen nummer 134 en 162. In het plangebied staat nieuwbouw van woningen gepland. Vooronderzoek heeft aangetoond dat het gebied een hoge trefkans heeft op archeologische resten uit de periode vanaf het Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd, inclusief de Tweede Wereldoorlog. Opgravingen door de gemeente Arnhem ten noordwesten, noorden en noordoosten van het plangebied hebben in 2011 en 2012 sporen van bewoning en percelering aangetoond uit de IJzertijd/Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd die mogelijk doorlopen tot in onderhavig plangebied. Het graafwerk dat gepaard gaat met de geplande nieuwbouw vormt een bedreiging voor eventueel in het plangebied aanwezige archeologische resten. Daarom heeft de gemeente Arnhem als bevoegd gezag bepaald dat vervolgonderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven moest worden uitgevoerd.
In het plangebied zijn drie proefsleuven aangelegd met een totale oppervlakte van ca. 218 m2. In de meest noordelijke sleuf is een greppel aangetroffen met in de vulling een fragment ijzertijdaardewerk. Een naastgelegen kuil kan mogelijk op basis van de vergelijkbare opvulling in dezelfde periode worden gedateerd. De greppel sluit aan op de resultaten van de opgraving ten noordwesten van het plangebied en werd daar ook in de IJzertijd gedateerd. De greppel bakent een nederzettingsterrein uit deze periode af. Het geringe aantal sporen hangt samen met het verder verwijderd zijn van het plangebied van de kern van de nederzetting/erven. In de centraal en zuidelijk gelegen proefsleuf zijn geen sporen of vondsten uit deze periode aangetroffen. Wel is in de bovengrond van sleuf 1 tijdens de OCE-begeleiding een scherf van een Britse ontsteker type NO. 117 of 119 gevonden. Deze is niet verzameld maar vernietigd.
Zowel op fysieke als inhoudelijke kwaliteit wordt de vindplaats middelmatig gewaardeerd en kan op basis daarvan als niet behoudenswaardig worden aangemerkt. ADC ArcheoProjecten adviseert het bevoegd gezag dan ook om het plangebied vrij te geven voor ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het plangebied toch nog archeologische resten kunnen worden aangetroffen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht om archeologische vondsten te melden bij het bevoegd gezag, zoals aangegeven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet.
