RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft in maart en november 2013 een inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in het kabeltracé Emmeloord-Ens. Het onderzoek vond plaats in verband met de aanleg van een ondergrondse kabelverbinding tussen de schakelstations Nagelerweg/Emmeloord en Ramsweg/Ens. Op een deel van het tracé zou de kabelverbinding door middel van een open ontgraving worden aangelegd. Bij vooronderzoek zijn zes vindplaatsen onderscheiden, waarvan er twee (vindplaats 1 en vindplaats 4) door middel van het proefsleuvenonderzoek zijn onderzocht.
Op beide vindplaatsen is een zeefvlak aangelegd in de top van het rivierduinzand, op de overgang van de detritus-/veenlaag naar de onderliggende podzolbodem. Vanaf dit niveau zijn in een grid vakken gezeefd en de zeefresidu’s onderzocht op vondsten. Vindplaats 1 betreft een vondstlaag waarin vuursteen, natuursteen, aardewerk, botmateriaal en houtskool aanwezig zijn. Het vuursteen wordt gedateerd in de periode Midden tot Laat Neolithicum; het aardewerk wordt in het Vroeg Neolithicum en de overgang naar het Midden Neolithicum gedateerd. Antropogene grondsporen zijn niet aangetroffen. De vondsten zijn alle afkomstig uit een laag verspoeld (en mogelijk ook verwaaid) rivierduinzand, gelegen op de C-horizont. De top van het duin en de podzolbodem zijn hier geërodeerd. Met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de vondsten met het sediment zijn meegespoeld en niet ná de verspoeling in het zand terechtgekomen. Er is dus geen sprake van een intacte vindplaats.
Hoewel op vindplaats 4 de podzolbodem vrijwel overal intact is, is slechts één antropogene vondst aangetroffen: een vuurstenen afslagje. Daarnaast zijn fragmenten houtskool, enkele zaden en een stukje natuursteen verzameld. Deze zijn echter niet met zekerheid aan menselijke activiteit te relateren. In feite komt het erop neer dat er geen sprake is van een vindplaats.