Bureauonderzoek en Verkennend Booronderzoek Archeologie Penitentiaire Inrichting Midden-Holland Locatie Haarlem, Harmenjansweg 4 te Haarlem, gemeente Haarlem

Hamaland Advies heeft in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) te Den Haag en de HBB Groep te Heemstede een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd voor het plangebied Penitentiaire Inrichting Midden-Holland locatie Haarlem, gemeente Haarlem. Dit in verband met de geplande verkoop van het terrein door het Rijksvastgoedbedrijf en de herontwikkeling tot openbaar gebouw (De Koepel en administratiegebouw) met een University College, een filmhuis, start-ups en horea. Het terrein rondom De Koepel wordt ontwikkeld tot een stadscampus met studenten- en jongerenhuisvesting. Tevens wordt er een hotel en ondergrondse openbare parkeerkelder gerealiseerd. De exacte plannen voor het onderzoeksgebied zijn nog niet voorzien, daarom zijn op verzoek van de opdrachtgever geen concept-inrichtingsschetsen en conceptdoorsnedes opgenomen in het rapport. Het totale onderzoeksgebied heeft een oppervlakte van ca. 1,7 ha. Telefonisch is door de opdrachtgever aangegeven dat de nieuwe funderingen tot maximaal 1,0 m-mv aangelegd zullen worden. De parkeerkelder wordt tot circa 3,0 m-mv gerealiseerd en de aan te leggen kelder onder De Koepel tot circa 6,0 m-mv. In het plangebied zal gebruik worden gemaakt van heipalen. Een palenplan is nog niet bekend.

Op grond van de archeologische beleidsadvieskaart van gemeente Haarlem kan herleid worden dat het plangebied een middellage archeologische verwachting (categorie 4) heeft. Hiervoor geldt conform het archeologisch beleid van de gemeente dat onderzoek noodzakelijk is bij bodemingrepen dieper dan 30 cm -mv en groter dan 2500 m².

Het plangebied behoort tot een archeologisch monument (monumentnummer 13913) en een Rijksmonument (monumentnummers 513313, 513314, 513315, 513316, 513317, 513318, 513319 en 513320).

Conclusie bureauonderzoek Op grond van de bestudeerde bronnen kan geconcludeerd worden dat het plangebied een middelhoge verwachting heeft op archeologische resten uit de periode vanaf de Late Middeleeuwen B (1250 n. Chr.) tot aan de Nieuwe Tijd B (1650 n. Chr.). Voor de periode vanaf de Nieuwe Tijd B geldt een hoge archeologische verwachting voor het plangebied. Archeologische vindplaatsen uit de Vroege Prehistorie, in de diepere ondergrond, kunnen niet uitgesloten worden. Hiervoor geldt een lage archeologische verwachting. Vindplaatsen uit andere periodes zijn hoogstwaarschijnlijk niet aanwezig door veenvorming en latere turfwinning. Daarnaast heeft de bouw van de koepelgevangenis en bijgebouwen een aanzienlijke bodemverstoring veroorzaakt binnen het plangebied. Onbekend is echter tot hoe diep de bodem daadwerkelijk is verstoord.

Conclusie veldonderzoek Uit het veldonderzoek blijkt dat in het plangebied onder een straatverharding van beton, betonklinkers of betontegels een subrecente ophoging van gemiddeld 120 cm en een stadsophoging van gemiddeld 60 cm uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd is. De basis van het profiel wordt gevormd door een dik pakket rietzeggeveen (Hollandveen, behorend tot de Formatie van Nieuwkoop). De top van het veenpakket is aangetroffen op dieptes variërend van 210 cm-mv (boring 40) tot 260- cm-mv (boring 6), in NAP: 139 cm – NAP tot 189 cm - NAP. De top van het veen is her en verspit en veraard (geoxideerd), wat erop duidt dat het tijdens de middeleeuwen aan de oppervlakte heeft gelegen en ontgonnen is. De top van het veen is vervlakt en wordt afgedekt door een pakket grijze of bruingrijze iets kalkhoudende klei met een gemiddelde dikte van 60 cm (afkomstig uit de voormalige Haarlemmermeer of het IJ) waarin zich puinspikkels bevinden en soms wat fijne schelpresten, (dierlijke) mest en humeuze insluitsels. Dit is in het veld geïnterpreteerd als de oorspronkelijke ploegvoor uit de Late Middeleeuwen welke globaal in de 14e en 15e eeuw gedateerd kan worden, op basis van de stratigrafische positie en het afdekkende pakket.

Deze wordt op zijn beurt weer afgedekt door een gemiddeld 50 cm dikke laag stadsgrond met huishoudelijk afval, voornamelijk uit de 16e en 17e eeuw. De laag stadsgrond wordt afgedekt door een gemiddeld 75 cm dikke laag bruin humeus kleiig fijn siltig zand met baksteenpuin, betonpuin en metaalresten. Dit is de oorspronkelijke bouwvoor uit de tijd van de bouw van de koepelgevangenis (eind 19e eeuw). De toplaag bestaat vanaf het maaiveld (71 cm + NAP) uit een 60 cm dikke subrecente ophogingslaag van puinhoudend zand.

Selectieadvies Op grond van de onderzoeksresultaten kan geconcludeerd worden dat in het plangebied vanaf een diepte van 120 cm-mv (49 cm –NAP) sprake is van een grotendeels intacte bodemopbouw met archeologische indicatoren voor bewoning en/of landgebruik in de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Eventuele spoorniveaus en/of vondstniveaus zijn te verwachten in de stadsophoging uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd en onder de oorspronkelijke ploegzool in de top van het veenpakket op een diepte variërend van 210 cmmv tot 260 cm-mv (139 cm – NAP tot 189 cm – NAP). Op grond van de onderzoeksresultaten adviseren wij om bodemingrepen in het plangebied te beperken tot een diepte van 100 cm-mv (29 cm –NAP), rekening houdend met een bufferzone van 20 cm boven de top van de eerste archeologisch relevante cultuurlaag uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. In dat geval is sprake van behoud in situ. De beheersmaatregelen voor behoud in situ dienen te worden afgestemd met de gemeentelijk archeoloog en zijn mede afhankelijk van de geplande bodemingrepen. Indien diepere bodemingrepen voorzien zijn, dan zullen archeologisch waardevolle niveaus aangetast worden. In dat geval zal een vervolgonderzoek plaats dienen te vinden waarbij de bedreigde archeologische niveaus (spoor- en.of vondstniveaus) veilig worden gesteld middels een proefsleuvenonderzoek, archeologische begeleiding of een opgraving, afhankelijk van de aard en omvang van de te verwachten resten. Dit zal in overleg met de gemeentelijk archeoloog worden bepaald.

Selectiebesluit Het eersgte conceptrapport is op 18 maart 2016 beoordeeld door Bureau Archeologie, gemeente Haarlem. De opmerkingen op het conceprapport zijn verwerkt in de aangepaste 2e conceptrapportage. Omdat nog niet is aangetoond of er in het plangebied behoudenswaardige archeologische resten aanwezig zijn, heeft Archeologie Haarlem aangegeven dat nog een waardestellend onderzoek moet plaatsvinden. Of een dergelijk onderzoek uitgevoerd moet worden is afhankelijk van de voorgenomen bodemingrepen ten behoeve van de (bouw-) plannen. Op basis van de resultaten van het waardestellend onderzoek moet dan door het bevoegd gezag bepaald worden of een vervolgonderzoek in de vorm van een archeologische begeleiding, proefsleuvenonderzoek of opgraving al dan niet noodzakelijk is. Voor een gravend vervolgonderzoek is een door de gemeente goedgekeurd Programma van Eisen noodzakelijk. Het uitvoeren van gravend onderzoek is voorbehouden aan gecertificeerde bedrijven en organisaties.

Op 16 april 2019 heeft door Bureau Archeologie Haarlem een herbeoordeling van het rapport plaatsgevonden. De opmerkingen op de eerdere versie (2.0) zijn verwerkt in deze aangepaste versie (2.2). Tevens is het nieuwe Stedenbouwkundig Plan op verzoek van Bureau Archeologie in overleg met HBB Groep verwerkt in de nieuwe versie.

Voorbehoud Het uitgevoerde bureau- en booronderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het aantreffen dan wel vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Verder dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 5.10 van de Erfgoedwet) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: ‘Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister’.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-27v-c8yb
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-d5-9h59
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:193211
Provenance
Creator Kuijl, E.E.A. van der
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Hamaland Advies
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.646 LON, 52.384 LAT); Haarlem; Noord-Holland