Zo hebben we dan op het terrein van Ockenburgh in plaats van een armelijke Bataafsche nederzetting een reguliere vicus met bouwblokken en langhuizen zoals we die ook van andere vici kennen. Opgebouwd onder de rook van Romeinse militaire installaties en bloeiend dankzij die installaties functioneerde het dorp gedurende een periode van zeker honderd jaar. Dankzij de opgraving uit de jaren negentig zijn veel van de raadsels die de site vanaf de opgraving van Holwerda hadden omgeven, opgelost. Maar dat wil niet zeggen dat alles nu duidelijk is, verre van dat. Van de ontwikkeling van de site zelf, van de mogelijke andere militaire installaties, van de plekken waar ze hun doden begroeven, van bewoning van na de vicus – we weten er nog steeds maar heel weinig van. Daarnaast ligt er nog veel materiaal op een definitieve uitwerking te wachten.
Gelukkig weten we ook dat heden ten dage nog steeds veel in de grond aanwezig is gebleven. Het kleine proefonderzoek in het voorjaar van 2014 heeft dat eens te meer duidelijk gemaakt. Ongetwijfeld zal er bij tijd en wijle weer opgegraven moeten worden. En elk nieuw onderzoek zal voor weer nieuwe antwoorden, maar ook nieuwe verrassingen zorgen.