Tijdens het veldonderzoek is gebleken dat de bodemopbouw in het plangebied is verstoord. In het zuidelijke gedeelte is dat waarschijnlijk veroorzaakt door de realisatie van de verschillende bouwfases in het plangebied. In het noordelijke gedeelte van het plangebied lijkt de bodem afgetopt. Bovendien kan worden geconstateerd dat het noordelijke gedeelte van het plangebied mogelijk te nat was voor bewoning in het verleden. Op basis van het veldonderzoek kan de archeologische verwachtingswaarde naar beneden worden bijgesteld tot laag.