Eventuele resten van deze Romeinse weg kunnen bestaan uit een grindlaag of uit sporen van aanverwante zaken als wachttorens. Om de aanwezigheid van de weg te onderzoeken, zijn boringen in een dicht, verspringend grid (6 x 15 m) in het onderzoeksgebied gezet. Uit dit booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw in het onderzoekgebied geheel natuurlijk is, met uitzondering van een omgewerkte bouwvoor. Archeologische vondsten, sporen of lagen zijn niet aangetroffen.
Het bovenstaande advies is getoetst en goedgekeurd door de bevoegde overheid, in deze gemeente Nijmegen.
Het voorliggende onderzoek is met de grootst mogelijke zorg uitgevoerd. Indien er onverhoopt toch archeologische waarden aanwezig blijken te zijn binnen de vrijgegeven gebieden, wijzen wij op de wettelijke meldingsplicht hiervan (artikel 5.4 van de Erfgoedwet) om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: ‘Degene die anders dan bij het verrichten van opgravingen een vondst doet waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een archeologische vondst betreft, meldt dit zo spoedig mogelijk bij Onze Minister’. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in casu de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (vondstmelding via ARCHIS). De melding kan ook bij gemeente Nijmegen gedaan worden.