Het doel van het archeologisch bureauonderzoek (35.679) was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Voor het westelijke deel van het plangebied geldt een lage verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum en nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen en een hoge verwachting voor bewoningssporen uit de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd. Voor het oostelijke deelgebied geldt een hoge verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum en nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de nieuwe tijd.