Tijdens de begeleiding konden alleen waarnemingen gedaan worden ter plaatse van de te rooien kabels en leidingen. Met behulp van de KLIC werd een begin opgezocht en vanuit dit punt werd het tracé (de bestaande sleuf) van de te verwijderen kabel of leiding gevolg. Dit gebeurde met een smalle graafbak. Waar mogelijk werden kabels en leidingen met behulp van een ketting of strop uit de grond getrokken (figuur 2). Door deze werkwijze werden er geen archeologische resten verstoord en kon nadere documentatie achterwege blijven.