In januari 2018 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Grevelingstraat 8, op het voormalige ELKA terrein, te Lisse (gemeente Lisse). De aanleiding van het onderzoek vormt de herontwikkeling van het terrein. Bij deze herontwikkeling zullen de bestaande bedrijfshallen worden gesloopt. Hier voor in de plaats komen grondgebonden woningen en appartementen op het terrein terug. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken moet in eerste instantie een nieuw bestemmingsplan worden opgesteld, waarbij het terrein juridisch-planologisch als woongebied wordt aangewezen. Binnen dit nieuwe bestemmingsplan zal ook een onderdeel archeologie moeten worden opgenomen, waarvoor de gemeentelijke beleidskaart (Wink & Sprangers 2015) als uitgangspunt dient. Om de verwachting van de beleidskaart te toetsen is een bureauonderzoek met enkele controleboringen uitgevoerd, waarvan in dit rapport de resultaten worden beschreven.
De archeologische verwachting in het plangebied is laag voor archeologische waarden uit alle perioden. De verwachting voor archeologische resten uit het Neolithicum tot de Late Middeleeuwen is laag op basis van de landschappelijke ligging (in een vlakte van getijdeafzettingen) en de ligging buiten de historische kern van Lisse. Vanaf de Nieuwe tijd maakt het plangebied onderdeel uit van de Lisserbroekpolder, maar blijft onbebouwd tot 1880. Eventuele resten van de bebouwing uit 1880, gelegen langs de Greveling op de dijk, zijn waarschijnlijk vernietigd tijdens de bouw van de ELKA fabriek of met het verwijderen van de dijk ten behoeve van de aanpassing aan de waterloop van de Greveling.
Op basis van het verkennend booronderzoek is vastgesteld dat het plangebied is gelegen in een vlakte van getijdeafzettingen waarin veen is afgezet. Hierboven bevindt zich een dik pakket ophoogzand (variërend van 85 tot maximaal 350 cm -Mv). Door de druk van het ophoogzand is het veen gecomprimeerd en zullen eventueel nog aanwezige funderingen van historische bebouwing of andere archeologische resten verdrukt zijn geraakt. Tevens is de top van het veen verslagen of verspoeld. Ook in de top van de kleilagen worden geen archeologische resten verwacht, deels omdat deze behoren tot geulafzettingen en dus niet bewoonbaar waren. Anderzijds omdat ook de grens klei – veen abrupt en erosief is en de top van de klei dus niet meer intact is. Hierom wordt de lage archeologische verwachting gehandhaafd voor het gehele plangebied.
