Terneuzen - Othene fase 5 Terneuzen - Othene Fase 5, Gemeente Terneuzen. Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen

In opdracht van AM Zeeland heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed in januari 2019 een Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd binnen onderzoeksgebied Othene Zuid Fase 5 in Terneuzen. AM Zeeland heeft het voornemen om Fase 5 van nieuwbouwwijk Othene te ontwikkelen. Voorliggend onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van de aanleg van de riolering binnen deelgebied Fase 5 en de daartoe vereiste omgevingsvergunning. De totale lengte van de aan te leggen rioolsleuven bedraagt circa 1,75 km, daarvan dient 1,7 km onderzocht te worden (circa 0,05 km sleuflengte werd eerder onderzocht in het kader van Fase 4-6). De geplande graafwerkzaamheden zullen uitgevoerd worden tot een diepte van maximaal 2,16 m –mv (1,16 m –NAP). Het onderzoeksgebied is gelegen binnen het bestemmingsplan Othene Oost (2018) en heeft er een dubbelbestemming Waarde - archeologie 2. Hier geldt een verbod op het uitvoeren van (graaf)werkzaamheden die groter zijn dan 500 m2 én dieper reiken dan de op de Vrijstellingenkaart Gemeente Terneuzen 2017 aangegeven vrijstellingsdiepten. Voor het huidig onderzoeksgebied betreft dit een vrijstelling tot 0,5 m -mv. Aangezien voor Othene Fase 4-6, t.b.v. de benodigde ontgrondingsvergunning voor de aanleg van waterpartijen, reeds in 2016 een archeologisch bureauonderzoek en verkennende booronderzoek is uitgevoerd, heeft het bevoegd gezag (de gemeente Terneuzen) besloten dat voor het hier onderhavig onderzoeksgebied dit bureauonderzoek als vooronderzoek volstaat. Tijdens het heden uitgevoerde Inventariserend veldonderzoek werden binnen het onderzoeksgebied 40 boringen gezet tot een diepte van maximaal 4,6 m –mv en 3,57 m –NAP.

Uit dit onderzoek is gebleken dat het geologisch verwachtingsmodel uit het bureauonderzoek enigszins bijgesteld dient te worden. Volgens dit verwachtingsmodel kwamen binnen te huidig onderzoeksgebied twee verschillende zones met een andere opbouw voor. Dit betreft in het uiterste noordwesten een zone met komafzettingen van het Laagpakket van Walcheren op oudere afzettingen van dit laagpakket (Westerschelde- op Sluiskilafzettingen) met daaronder Hollandveen en het Laagpakket van Wierden (zone B) en in de overige delen van het onderzoeksgebied een zone met geulafzettingen van het Laagpakket van Walcheren op oudere afzettingen van dit laagpakket (Westerschelde- op Sluiskilafzettingen) die rusten op het Laagpakket van Wierden (zone C). Op basis van de tijdens het huidig onderzoek behaalde resultaten is echter gebleken dat voor het volledige onderzoeksgebied de bodemopbouw gelijk is en dat dit integraal gelegen is in verwachtingszone C uit het bureauonderzoek. Verder is gebleken dat in deze zone de Sluiskilafzettingen weg geërodeerd zijn door de Westerscheldeafzettingen. De bovenzijde van deze (oudere) Westerscheldeafzettingen zijn dan weer op hun beurt in grote delen van het onderzoeksgebied geërodeerd door de jongere Westerscheldeafzettingen. In één boring, nr. 22, gelegen in een zone waar geen jongere Westerscheldeafzettingen zijn aangetroffen, is in de bovenzijde van de oudere Westerscheldeafzettingen een archeologisch niveau aangetroffen. Dit (vermoedelijk) middeleeuws niveau is op basis van de huidige resultaten moeilijk exact te interpreteren, mogelijk betreft het hier een cultuur- of leeflaag, al is het niet uitgesloten dat het hier de vulling van een oude greppel of (zandwinnings-)kuil betreft, ook de mogelijkheid dat dit niveau te relateren is aan een oude (afgegraven) middeleeuwse dijk is niet uit te sluiten. Dergelijke cultuurlagen werden in 2017 eveneens aangetroffen centraal in het westen van het toenmalig onderzoeksgebied. De zone met een cultuurlaag, zoals deze aangetroffen is in 2017 lijkt zich evenwel niet verder door te zetten binnen het huidig onderzoeksgebied (boring nr. 22 ligt ruim 130 m noordelijker en vormt een afzonderlijke zone). Ten westen van het huidig onderzoeksgebied werden tijdens het proefsleuvenonderzoek in 2018 in het kader van Fase 4A in twee sleuven eveneens akker- of cultuurlagen aangetroffen die uit de middeleeuwen lijken te dateren. Deze proefsleuven bevinden zich (op circa 100 en 180 m) ten westen van de huidige boring nr. 22. Globaal kan dan ook gesteld worden dat uit de bevindingen uit de onderzoeken in 2017 en 2018 en het huidig onderzoek gebleken is dat er zich in met name het noordwesten van het plangebied Fase 5 (en het noorden van plangebied fase 4A) plaatselijk zones bevinden waarin de oudere (middeleeuwse) akker- en/of cultuurlagen bewaard gebleven zijn.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek in 2018 werden verder ook enkele middeleeuwse greppels aangetroffen. Deze bevinden zich niet in de nabijheid van het huidig onderzoeksgebied. Verder werden ook de resten aangetroffen van de oostelijke omgrachting van de uithof van de abdij van Boudelo (Late Middeleeuwen tot begin Nieuwe Tijd). Enkel de huidige boring nr. 14 is nabij (25 m ten noordoosten van) deze vindplaats gelegen. Boring nr. 14 boring ligt ten oosten (en dus buiten) het vastgestelde uithofterrein en heeft met uitzondering van enkel (verspoelde) puinrestjes in de oudere Westerscheldeafzettingen geen resten opgeleverd. Ook de onmiddellijk ten westen van deze boring gelegen proefsleuf uit 2018 leverde geen archeologische resten of sporen op.

Verder heeft het onderzoek uitgewezen dat het Laagpakket van Wierden in het volledige onderzoeksgebied (en bij uitbreiding verwachtingszone C uit het bureauonderzoek) vrijwel overal intact bewaard gebleven is. Ook is gebleken dat tussen de onderzijde van het Laagpakket van Walcheren en de bovenzijde van het Laagpakket van Wierden (Formatie van Boxtel) nog een dunne restant van het Basisveen aanwezig is.

Op basis van het voorliggend onderzoek geldt dan ook de volgende archeologische verwachting: een middelhoge verwachting voor resten uit het Midden-Paleolithicum op het niveau van de Formatie van Koewacht, een middelhoge (voor het opgaand pakket van het Laagpakket van Singraven) en hoge verwachting (voor de bovenzijde van het Laagpakket van Singraven) voor resten uit het Midden tot Laat Paleolithicum, een hoge verwachting voor resten uit het Finaal-Paleolithicum tot Midden-Neolithicum voor de bovenzijde van het Laagpakket van Wierden, een lage verwachting voor resten uit het Midden-Neolithicum tot en met Midden-IJzertijd in het Basisveen pakket en een lage verwachting voor de Middeleeuwen en Nieuwe tijd voor het volledige onderzoeksgebied uitgezonderd de zone rondom boring nr. 22, waar een hoge verwachting geld voor resten uit de Late Middeleeuwen. De graafwerkzaamheden die door middel van een omgevingsvergunning vergund dienen te worden zullen van de potentieel archeologische niveaus (met een middelhoge tot hoge verwachting) enkel het in de bovenzijde van het Laagpakket van Walcheren aangetroffen archeologische niveau uit de Late Middeleeuwen (ter hoogte van boring nr. 22) verstoren. Er wordt dan ook in het kader van de huidige planvorming enkel in de zone rondom boring nr. 22 een vervolgonderzoek aanbevolen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x23-2h2v
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-uj-0wcm
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:159971
Provenance
Creator Delporte, F.M.J.
Publisher Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Contributor Zeeland; Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format csv; prj; dbf; shx; shp; pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (3.314 LON, 47.975 LAT); Zeeland; Terneuzen; Terneuzen; Schepenweg-Molenweg, Drieweg; 67E (kaartblad)