Groeit op in een arm gereformeerd gezin met 8 kinderen. Werkt, door armoe gedwongen direct na de Lagere School, op het land. Duikt onder na oproep Arbeitseinsatz in werkkamp Hooghout, (bij Hardenberg). Op 26 februari 1944 wordt een Brits vliegtuig neergeschoten en komen 7 parachutes in de omgeving terecht. Hij waarschuwt de ondergedoken bemanningsleden voor een komende razzia. Verdacht van betrokkenheid wordt hij gearresteerd. Vanaf politiebureau in Hardenberg naar de Koepelgevangenis in Arnhem: kruisverhoor, intimidatie en geweld. Wordt na enkele maanden overgebracht naar Kamp Amersfoort, aangemerkt als politieke gevangene. Voorzien van de rode bal op broek en rug van het gevangenenpak. Staat in de Rozentuin, wordt kaalgeschoren, schamele kleding, ingedeeld in Block 10. Werkt als stroovlechter. Probeert zoveel mogelijk zware inspanning te ontlopen om te overleven. Ziet regelmatig gevangenen verdwijnen richting schietbaan voor een vermoedelijke executie. Wordt ingedeeld voor een transport van politieke gevangenen richting Duitsland, verklaart in Arnhem te zijn vrijgesproken. Het transport wordt gewijzigd in Zwolle: keert terug in zijn geboorteplaats waar hij weer onderduikt in hetzelfde werkkamp.
Na de oorlog werken bij Nutsbedrijf, in 1946 uitgezonden naar Ned. Indië. Voortijdig ontslag uit de dienst (armbreuk). ogenschijnlijk nauwelijks last van alle belevenissen, gelukkig getrouwd. Krijgt last van nachtmerries en bedplassen na contact met de stichting 40-45, gaat in therapie, ontmoet lotgenoten, durft het gesprek aan te gaan Verwerkt verleden in tekeningen en werkstukken. In 1991 voor het eerst bij de jaarlijkse Herdenking weer in Kamp Amersfoort.