In juli 2017 is een inventariserend veldonderzoek, waarderende fase uitgevoerd op de kruising van de Oosterengweg met de spoorlijn tussen Amersfoort en Amsterdam. Ter plaatse van het plangebied zijn werkzaamheden gepland ten behoeve van de aanleg van een tunnel onder het spoor door, zodat de verkeersdoorstroming van de Oosterengweg binnen Hilversum blijft gewaarborgd. De tunnelaanleg vindt plaats in het kader van de aanleg van de zogenaamde HOV (Hoogwaardig Openbaar Vervoer) – verbinding, een vrije busverbinding tussen Hilversum en Huizen.

Op basis van het vooronderzoek is de volgende conclusie te trekken: • Tijdens het onderzoek zijn - in overeenstemming met de eerder uitgevoerde onderzoeken - grotendeels intacte bodems in de top van het pleistocene zand aangetroffen, die zijn afgedekt met een eerddek. Daarbij zijn in het zuidelijk deel van het onderzoeksgebied stuwwalafzettingen gevonden, terwijl in het noordelijk deel van het onderzoeksgebied hellingafzettingen (sandr)afzettingen aanwezig zijn. De intactheid binnen het onderzoeksgebied wordt hierbij bepaald door de aanwezigheid van een verweringshorizont (Bw-horizont). Andere horizonten als onderdeel van een podzolbodem (uitspoelingshorizonten en de oorspronkelijke humeuze bovengrond) ontbreken. De omvang waarbinnen intacte bodems aangetroffen zijn, is beperkter dan op voorhand van de voorgaande onderzoeken werd verwacht. In de overige delen van het onderzoeksgebied is de bodem tot 200-230 cm –Mv omgewerkt. Vermoedelijk is dit het gevolg van de aanleg van kabels en leidingen, infrastructuur en de huidige gebiedsinrichting. • Er zijn geen “harde” archeologische indicatoren gevonden die direct wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats. Er zijn uitsluitend resten houtskool in de monsters waargenomen.