In de periode 19 februari tot en met 8 maart 2007 heeft ADC Archeoprojecten in opdracht van de gemeente Roosendaal een definitief onderzoek uitgevoerd in het plangebied Roosendaal – Nispen Oostmoer fase 2. Reden voor dit onderzoek waren de voorgenomen nieuwbouwplannen in het gebied. Vooronderzoek in de vorm van bureauonderzoek, boringen en proefsleuven, uitgevoerd door RAAP Archeologisch Adviesbureau, heeft uitgewezen dat bewoningssporen aanwezig waren uit de periode Late Middeleeuwen A t/m de Nieuwe tijd (tabel 1.1). Gedurende de opgraving zijn 19 werkputten aangelegd, met een totale oppervlakte van 9019 m². Hierbij zijn resten aangetroffen uit vier verschillende bewoningsfasen: a. 8e – 10e eeuw: een kuil en een greppel zijn in deze fase te dateren. b. 11e – 12e eeuw: in deze fase is één huisplattegrond, twee bijgebouwen, vier waterkuilen en een waterput te dateren. c. begin 13e eeuw: aan deze fase zijn een huisplattegrond en een greppel toe te kennen. d. 16e eeuw: drie greppels zijn in deze laatste periode te plaatsen. Een greppel omgeeft een terrein met 16e eeuwse sporen, namelijk een kuil, een leemkuil en twee waterputten. Hoewel geen resten van gebouwen zijn aangetroffen, kan de aanwezigheid hiervan niet worden uitgesloten. Eventuele overblijfselen van gebouwen in deze periode zijn mogelijk niet aangetroffen doordat de wijze van funderen geen sporen in de bodem heeft achtergelaten. De meeste sporen en het grootste gedeelte van het vondstmateriaal is echter afkomstig uit de periode 1050-1200. In totaal kunnen vier erven worden onderscheiden. Twee erven kunnen in de 11e / 12e eeuw worden gedateerd, een erf aan het begin van de 13e eeuw en een erf in de 16e eeuw. Er wordt aanbevolen de gevolgde strategie toe te passen op de gebieden die het huidige plangebied flankeren. Het wordt aangeraden archeologie in de toekomst in een vroeg stadium bij de planvorming te betrekken, zodat behoud in situ eventueel mogelijk is of een juiste afweging gemaakt kan worden over behoud dan wel opgraven van de archeologische sporen. Concluderend kan worden gesteld dat de geschiedenis van Nispen nog weinig is onderzocht. Er zijn weinig archeologische en historische bronnen aanwezig. De vindplaats vormt derhalve een belangrijke bijdrage aan de ontstaansgeschiedenis van Middeleeuws Nispen. Daarnaast is kennis van deze vindplaats samen met in de toekomst te onderzoeken vindplaatsen uit deze periode van belang voor de kennis betreffende de boerderijbouw in West-Brabant in deze periode.
