De aanleg van de bouwput heeft geen archeologische sporen opgeleverd, maar wel bestaat een kans dat zich nog op een dieper niveau archeologische sporen manifesteren. De ondergrond ter plekke van de bouwput is wel aangetast door de uitgevoerde bouw- en ontgravingsactiviteiten, maar op een dieper niveau lijkt deze nog grotendeels intact. In ieder geval is onder de aanlegdiepte een intacte bodemopbouw aanwezig, waarbij de zichtbare verstoringen niet veel dieper dan de aanlegdiepte reiken (1 m -mv). Het sporenvlak bevindt zich mogelijk vanaf een diepte van ca. 1,20 m -mv (ca. 9,25 m +NAP). De middeleeuwse aardewerkscherven kunnen hiervoor een indicatie zijn en vinden wat de ouderdom betreft aansluiting bij de middeleeuwse bewoningsgeschiedenis van Lent. Op basis van het gefragmenteerde karakter kunnen de scherven echter ook van een akker afkomstig zijn. Bij onderzoek aan de nabijgelegen Lentse Schoolstraat en het Dorpsplein blijkt wel sprake van een intensieve bewoning in de periode vroege tot en met late middeleeuwen (met ook een voorafgaande Romeinse bewoning). De aanwezigheid van enkele metalen voorwerpen, aardewerkscherven en dierlijk botmateriaal is daarbij in lijn met de relatief gunstige conserveringsomstandigheden in de Lentse kleigronden.
De onderzoekslocatie valt niet nader te duiden dan behorende bij middeleeuwse agrarische activiteiten, waarbij de kans bestaat op onderliggende nederzettingssporen.