In opdracht van de gemeente Apeldoorn heeft RAAP op 18 november 2019 een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het kader van het project ?Imkersplaats? in de gemeente Apeldoorn.

Verspreid over de proefsleuven 3 en 4 zijn verschillende archeologische resten aangetroffen. Het gaat om overwegend vierkante paalsporen. Deze paalsporen duiden op de aanwezigheid van een vindplaats met een agrarisch karakter. Het gaat hierbij vermoedelijk om sporen van weidepalen, die onderdeel zijn geweest van afrasteringen of perceelscheidingen uit de tijd dat het plangebied en omgeving zijn ontgonnen en in gebruik is genomen als bouw- en hooiland, in de 19e of 20e eeuw. Resten uit eerdere perioden zijn bij het proefsleuvenonderzoek niet aangetroffen.

In verschillende profielen is bij het onderzoek nog een deels intacte bodemopbouw gedocumenteerd. Op twee plekken was nog een restant van een B-horizont aanwezig. De vele humusvlekken en afwezigheid van roest in de daaronder gelegen C-horizont zijn kenmerkend voor de van oudsher vochtige omstandigheden in het plangebied. Dit bevestigt het beeld wat uit het vooronderzoek naar voren kwam, waarbij in het plangebied een natte veldpodzolbodem werd vastgesteld.

Binnen de proefsleuven bleken veel sporen van recente verstoring aanwezig te zijn. Dit is voor een groot deel toe te schrijven aan de bouw van het ontmoetingscentrum en de recente sloop ervan. Tegelijk met de sloop lijkt een deel van de bodem in het plangebied ook te zijn afgegraven. In het noordwestelijke deel van het plangebied bevond zich het natuurlijke zand direct onder een dunne laag bouwzand. Op plekken waar in het vooronderzoek nog een intacte B-horizont was gedocumenteerd, was deze nu verdwenen.