Geïnterviewde 16, 'Jan' (1948), wordt op zijn elfde naar internaat Eikenburg in Eindhoven gestuurd waar hij de vijfde en de zes van de lagere school zal doen voordat hij er naar de mulo kan. Geïnterviewde heeft veel last van heimwee en vindt troost bij een broeder die hem gedurende langere tijd seksueel zal misbruiken. Geïnterviewde beschrijft het pedagogisch klimaat op Eikenburg als hard en soms gewelddadig. Vanwege het misbruik en een allesoverheersende angst kelderen zijn schoolprestaties. Jan wordt niet tot de mulo toegelaten en moet van het internaat. Ook buiten het internaat valt hij ten prooi aan seksueel misbruik. Zijn eerste huwelijk strandt en hij kampt lange tijd met een ptss tot hij eindelijk de juiste behandelaar treft. Hij vindt een nieuwe partner, maar het contact met familieleden blijft moeizaam.