Van 23 januari 2012 tot 27 januari 2012 heeft een team van Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) in opdracht van de gemeente Monterland een definitieve opgraving (DO) uitgevoerd in het plangebied Kilder-Zuiderstraat 14a.Het onderzoek heeft informatie opgeleverd waarmee een beeld is verkregen van de landschappelijke situering en de bewoningsgeschiedenis van deze locatie. Landschappelijk gezien ligt de vindplaats op verspoelde stuwwalafzettingen al dan niet bedekt met dun dekzanddek. Hierin is een moder- of holtpodzolbodem gevormd. De verweerde B-horizont daarvan is nog goeddeels intact gebleven. Bijna alle grondsporen en vondsten zijn gekoppeld aan deze laag. De oudste gebruiksfase bestaat uit twee dicht bij elkaar gelegen crematiegraven uit de midden-bronstijd A. In de wijde regio zijn hiervoor geen of zeer beperkte parallellen bekend. Het botmateriaal is 14C-gedateerd in de periode 1680-1520 voor Chr. en 1740- 1610 voor Chr. Mogelijk zijn de beide personen,een volwassen vrouw en een volwassene waarvan het geslacht niet kon worden bepaald, gelijktijdig begraven. De graven hebben geen randstructuur en er zijn ook geen sporen gevonden van een grafmonument. Op enkele meters afstand van de graven is een bronzen kledingspeld gevonden, die misschien ooit als grafgift is meegegeven. De volgende aanwijzingen voor menselijke activiteiten stammen uit het einde van de late bronstijd en/of de vroege ijzertijd (ca 950-500 voor Chr.). Aangetroffen zijn een tiental paalsporen, een afvalkuil en een strooiing van enkele honderden potscherven die aan deze bewoningsfase zijn toe te schrijven. De paalsporen maken geen deel uit van een gebouwstructuur. Waarschijnlijk maken de sporen en vondsten deel uit van de periferie van een nederzetting. Vermoedelijk liggen in de directe nabijheid, net buiten het plangebied één of meer boerderijen. Vermoedelijk vanaf het einde van de middeleeuwen is begonnen met de (her)ontginning van het gebied. Daarbij is de top van de oorspronkelijke holtpodzolbodem gehomogeniseerd. Door verdere homogenisatie en ophoging door bemesting met organische stof is een esdek (of enk) gevormd. Dit esdek heeft de vindplaats beschermd voor aantasting door moderne landbouw en graafen egalisatiewerken voor de inrichting als sportveld.