Tiel Medel 1A Definitief archeologisch onderzoek naar een grafveld uit de Romeinse tijd en een woonterp uit de Nieuwe Tijd in het ontwikkelingsgebied Medel 1A, gemeente Neder-Betuwe

In het najaar van 2013 heeft VUhbs archeologie in opdracht van het Industrieschap Medel een archeologisch onderzoek in de vorm van een opgraving verricht in het ontwikkelingsgebied Medel 1A. Binnen het plangebied zal een bedrijfshal worden gerealiseerd. Bij de werkzaamheden die hiermee gepaard zullen gaan, worden in de bodem aanwezige archeologische resten verstoord. Het vooronderzoek had uitgewezen dat er binnen het plangebied sprake was van twee vindplaatsen. Vindplaats 1 betrof een grafveld uit de Romeinse tijd en vindplaats 2 bestond uit een woonterp uit de Nieuwe Tijd. Beiden vindplaatsen zijn door het bevoegde gezag, zijnde de Provincie Gelderland, als behoudenswaardig aangemerkt. De beide vindplaatsen dienden te worden gedocumenteerd en hiermee ex situ veilig te worden gesteld. De omvang van de twee vindplaatsen was op voorhand nog niet geheel duidelijk. Voorafgaand aan de opgraving was door VUhbs archeologie op basis van het Programma van Eisen, een Plan van Aanpak opgesteld waarin de te volgen veldwerkprocedure was vastgelegd. Dit PvA was zo ingestoken dat de vragen uit het PvE op een zo efficiënt mogelijke manier beantwoord konden worden. Een van de wijzen waarop dit is bewerkstelligd is een zeer flexibele omgang met het op te graven oppervlak per vindplaats. Omdat voorafgaand aan het veldwerk het niet duidelijk was wat de omvang van de beide vindplaatsen was moest dit tijdens de opgraving worden vastgesteld. Zo zijn werkputten bij het onderzoek naar het grafveld telkens uitgebreid wanneer er een nieuw graf werd gevonden. Het onderzoek was er op voorhand al op gericht binnen gemaximaliseerde budgetten tot de meest efficiënte onderzoeksstrategie te komen. Door de gerichte onderzoeksstrategie naar de kern van de bewoning op de woonterp, was het in een betrekkelijk vroeg stadium van het onderzoek mogelijk om delen van vindplaats 2 te laten vervallen zonder dat hiermee belangrijke informatie verloren is gegaan. Uiteindelijk is op deze wijze 6594 m2 van het terrein archeologisch onderzocht. Op basis van de resultaten van het vooronderzoek bestond de verwachting dat het grafveld op vindplaats 1 een zeer klein en voor de regio afwijkend grafveld was. In totaal zijn negentien (mogelijke) graven onderzocht en kan dit beeld enigszins worden bijgesteld. De graven lagen in een tweetal clusters die op basis van de beschikbare dateringen niet alleen in ruimte, maar ook in tijd van elkaar gescheiden waren. Het zuidelijke cluster graven dateert in de vroeg-Romeinse tijd. Het noordelijke cluster vanaf de tweede helft van de midden-Romeinse tijd. Gebleken is dat het grafveld echter niet zo afwijkend is voor de regio als eerst werd gedacht. Sterker nog de verschijningsvorm van het grafveld is goed te rijmen met enkele andere voorbeelden. Gebleken is dat in het rivierengebied grafvelden van verschillende formaten en met verschillende vormen in het zelfde gebied en binnen dezelfde periode naast elkaar voorkomen. Het grafveld van Medel 1a vindplaats 1 behoort tot de kleinste verschijningsvorm van de grafvelden. De kerngrafvelden waarbij meerdere nederzettingen in één groot communaal grafveld hun doden begraven behoren tot de grootste verschijningsvorm. Ook is er een tussenvorm geïdentificeerd. Uiteindelijk luidt de conclusie van het onderzoek dat het grafritueel, of in ieder geval de vorm van de grafvelden, in het rivierengebied zeer veel overeenkomsten vertoont met Zuid-Nederland. Het is interessant om deze mogelijke relatie in de toekomst verder te onderzoeken. Voor het vergelijkingsmateriaal van vindplaats 2 geldt feitelijk hetzelfde. Er zijn slechts enkele onderzoeken uitgevoerd en gepubliceerd die betrekking hebben op dergelijke vindplaatsen. Hiermee blijkt het onderzoek van vindplaats 2 een belangrijke aanvulling op onze kennis over dergelijke woonplaatsen. Aangetoond is dat de bewoning op vindplaats 2 aanvangt aan het einde van de 17de eeuw na Chr. Vermoedelijk was het hoofdgebouw in de eerste fase al uitgevoerd in steen. In latere fasen wordt de terp opgehoogd en evenals de bebouwing uitgebreid. Enkele van deze fasen konden gekoppeld worden aan historische bronnen. Het zelfde geldt voor sommige sporen en structuren op het erf. Verder is uit het onderzoek gebleken dat er geen aanwijzingen zijn om de in het rapport van het vooronderzoek veronderstelde rijkdom van de bewoners te ondersteunen aan de hand van het beschikbare vondstmateriaal. Dit wijst eerder in de richting van een regulier boerenbedrijf. Na afloop van het veldwerk is het terrein vrijgegeven voor verdere ontwikkeling waarna deze kort daarop in gang is gezet.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x23-dwe3
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-p4-e34s
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:112741
Provenance
Creator van Renswoude, J.
Publisher Vuhbs Archeologie
Contributor Gelderland; VUhbs archeologie
Publication Year 2019
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format autocad dxf (drawing interchange format); joint photographic experts group; adobe acrobat document; mapinfo tab format; text document; mapinfo index; microsoft office access application; dbase iii dbf file; mapinfo graphic & geographic information; microsoft excel worksheet; extensible markup language
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.467 LON, 51.910 LAT); Gelderland; Neder-Betuwe; Echteld; Medelsestraat; 39G (kaartblad)