De omgeving van Houten is rijk aan archeologische vindplaatsen. In de loop der jaren is een deel daarvan opgegraven. Terrein 9 is daar één van. Op de vindplaats zijn - naast grondsporen - niet alleen aardewerk, metaal en natuursteen gevonden, maar ook botanisch en zoölogisch materiaal. De twee laatste categorieën kunnen iets vertellen over het voormalige cultuurlandschap en de landbouw- en voedingseconomie van de bewoners. Elke materiaalgroep levert daar zijn specifieke bijdrage aan.
Zo kunnen de dierlijke resten enerzijds vragen beantwoorden over de omgeving waar de diersoorten hebben geleefd. Anderzijds beantwoorden ze vragen over soorten die men zoal heeft gegeten en hoe men daaraan is gekomen; of men veeteelt heeft bedreven en zo ja, welke soorten als vee zijn gehouden; waar dit vee voor bestemd is geweest, bijvoorbeeld voor de productie van vlees of het leveren van trekkracht of wol. Tevens wordt wellicht duidelijk of de bewoners uitsluitend zichzelf van voedsel voorzagen of ook een surplus produceerde die via uitwisselings- of handelsnetwerken naar elders kon worden vervoerd; misschien werden via deze netwerken ook wel voedselproducten aangevoerd. De dierlijke resten stammen voornamelijk uit de (Midden)IJzertijd, de Merovingische tijd en de Volle Middeleeuwen. Gearchiveerd is, naast het rapport en de bijlagen, een evaluatie van het onderzoek.
