Archeologisch onderzoek aan de Uithofslaan, gemeente Den Haag

Dit rapport is het eerste deel over de resultaten van het archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied Uithofslaan in de gemeente Den Haag. Dit onderzoek bestond uit verschillende (voor)onderzoeken die voorafgaand aan de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk 'De Seizoenen' uitgevoerd werden door de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag in opdracht van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling van dezelfde gemeente. In totaal zijn in het plangebied zes vindplaatsen gekarteerd en archeologisch onderzocht. Daarbij is bewoning aangetroffen uit de ijzertijd (vindplaats 6), de Romeinse tijd (vindplaatsen 1, 3, 4 en 7) en de late middeleeuwen (vindplaatsen 1 en 2). Op de locatie die aanvankelijk als vindplaats 5 aangemerkt was, werd bij nader onderzoek geen bewoning aangetroffen. In dit rapport worden de resultaten en bevindingen gepresenteerd van vindplaats 3 (Romeinse tijd) en vindplaats 6 (ijzertijd). Vermoedelijk al vanaf de vroege ijzertijd (vanaf circa 800 v. Chr.) was een getijdengeul (de Gantel) van grote invloed geweest op de vorming van het landschap rondom de huidige Uithofslaan. Deze getijdengeul stond ter hoogte van de Maasmonding in verbinding met de open zee en in perioden dat de zee actief was vonden van daaruit overstromingen plaats en werd sediment afgezet. Hierdoor ontstond in de loop van de ijzertijd een kwelderlandschap waar op een hoger gelegen deel daarvan, de eerste bewoners aan de Uithofslaan vanaf het einde van de midden ijzertijd tot in de late ijzertijd (circa 350-100 v. Chr.) hebben gewoond. De belangrijkste bewoningssporen uit deze periode (fase 0) vormt de plattegrond van een tweebeukig woonstalhuis en de ten zuiden daarvan gelegen greppeltjes die deel hebben uitgemaakt van een akker. Deze sporen wijzen op de voornaamste bestaansbronnen van de toenmalige bewoners, namelijk (kleinschalige) akkerbouw en veeteelt. Het weinige vondstmateriaal betreft hoofdzakelijk relatief slecht geconserveerde fragmenten handgevormd aardewerk waarop soms versiering aangebracht is van vingertop- en nagelindrukken. In de periode na de bewoning op vindplaats 6 bleven overstromingen het gebied rondom de Uithofslaan nog regelmatig teisteren. Tijdens deze overstromingen werden langs de geul- en kreekarmen van de Gantel zandige kleisedimenten afgezet waarmee de oeverwallen geleidelijk aan opgebouwd werden. De oeverwallen bleven op een gegeven moment ook tijdens overstromingen droog en werden daarmee Potentiële vestigingslocaties. De oeverwallen ter hoogte van de huidige Uithofslaan werden kort na het midden van de eerste eeuw na Chr. bewoond. In deze periode maakte het gebied van de lokale bewoners, de Cananefaten, al enige decennia deel uit van het Romeinse Rijk. De Cananefaten waren agrariërs die in kleine nederzettingen op de oeverwallen langs de geul- en kreekarmen van de Gantel woonden. Door deze ligging op relatief smalle stroken hoger gelegen grond, hadden hun nederzettingen in ruimtelijke zin het karakter van lintbebouwing. Op basis van de opgegraven sporen en vondsten op vindplaats 3 kan de bewoning daarvan tussen circa 60 en 240 na Chr. gedateerd worden. Al vanaf de eerste bewoningsfase zijn er op de vindplaats twee erven waarvan het noordelijke door hekwerken, zogenaamde palissades, omsloten werd. De Cananefaten woonden in woonstalhuizen waar mens en dier onder één dak gehuisvest waren. De huizen hadden een houten constructie, wanden van vlechtwerk die met leem afgestreken werden en daken die met riet of stro gedekt waren. De huizen zijn zoals gebruikelijk zuidwest-noordoost georiënteerd en hebben een voor de regio gangbare drie- of éénbeukige constructie. Naast de huisplattegronden wijzen ook de opgegraven sporen van bijgebouwen zoals opslagschuurtjes (spiekers) op een agrarisch bestaan. Vanaf circa het midden van de 2de eeuw worden de erven door rechte kavelgreppels in twee blokkavels opgedeeld. Deze grote en vermoedelijk vindplaatsoverschrijdende greppelsystemen verschijnen in de regio in deze periode op vele nederzettingen. Gedacht wordt dat de verkavelingen - waar Romeinse meetprincipes aan ten grondslag lagen - vanwege hun regionale omvang en betekenis vanuit een centraal gezag geïnitieerd waren. Het bijzondere karakter van Uithofslaan-vindplaats 3 wordt weerspiegeld door de aanwezigheid van twee grote opslagschuren (horrea). De opgegraven grondsporen van deze gebouwen verraden Romeinse bouwprincipes. Daarnaast is op de vindplaats - en voornamelijk in de directe omgeving van deze gebouwen - een grote hoeveelheid aan keramisch dakpanmateriaal opgegraven. Deze gegevens wijzen op steenbouw, waarbij de wanden van de gebouwen uitgevoerd waren in vakwerk en de daken met dakpannen bedekt waren. De resultaten van het botanisch onderzoek op vindplaats 3 wijzen niet op grootschalige akkerbouw in de nabijheid van de nederzetting, wat agrarische surplusproductie vrijwel uitsluit. De grote opslagschuren vormen echter wel een aanwijzing voor een gespecialiseerde functie van vindplaats 3. Hierbij kan gedacht worden aan opslag van diverse goederen afkomstig van naburige nederzettingen in het kader van (collectieve) belastingafdracht. In de loop van de bewoning op Uithofslaan-vindplaats 3 verschijnen steeds meer goederen op de nederzetting die getuigen van contacten met de Romeinen. In de eerste bewoningsfasen overheerst nog het lokale handgevormde aardewerk, terwijl vanaf circa 150 het geïmporteerde gedraaide aardewerk de overhand heeft. Daarnaast kunnen enkele op vindplaats 3 aangetroffen metalen objecten met het Romeinse leger geassocieerd worden. Deze militaria zijn mogelijk door een veteraan naar de vindplaats meegenomen. Het is bekend dat voor hulptroepensoldaten onder de lokale mannelijke bewoners in de grensstreken van het Romeinse Rijk geronseld werd. Na de lange diensttijd namen deze veteranen uitrustingsstukken mee naar hun nederzettingen. Net als vele andere nederzettingen uit de omgeving, wordt ook Uithofslaan-vindplaats 3 in de loop van de eerste helft van de 3de eeuw verlaten. Onduidelijk is wat hier precies aan ten grondslag gelegen heeft. Naast epidemieën en politieke en sociale onrusten, wordt gedacht aan de verslechtering van de hydrologische omstandigheden. Het vermoeden bestaat namelijk dat tijdens de bewoning het geulen- en krekensysteem van de Gantel steeds verder verland is waardoor de afwatering van de regio verslechterde en daardoor de grondwaterspiegel steeg en de omgeving natter werd. Dit kan negatieve gevolgen gehad hebben voor het beschikbare grondareaal ten behoeve van de akkerbouw en veeteelt, waardoor de bewoners zich gedwongen voelden om het gebied te verlaten. Het verhaal over de bewoning aan de Uithofslaan in de Romeinse tijd is nog niet helemaal rond omdat meerdere vindplaatsen uit deze periode archeologisch onderzocht zijn en waarvan de resultaten samen met die van de bewoning uit de late middeleeuwen in een volgend rapport over de resultaten van het archeologisch onderzoek aan de Uithofslaan gepresenteerd zullen worden.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2cm-nwpm
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-pfbe-m5
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-zdg-zx8y
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:48240
Provenance
Creator Pavlovic, A.
Publisher Gemeente Den Haag, Dienst Stadsbeheer, Afdeling Archeologie
Contributor Baardewijk, D.J. van; Besuijen, G.P.A.; Dijk, J. van; Esser, K.; Feijst, L.M.B. van der; Hanninen, K.; Kars, E.A.K.; Kodde, S.W.; Laan, M.; Linden, M. van der; Polak, M.; Pruissen, C. van; Rieffe, E.C.; Kerckhove, J. van; Vanderhoeven, T.; Zoolingen, R.J. van; Siemons, H.; Kersing, V.L.C.; Gemeente Den Haag, Dienst Stadsbeheer, Afdeling Archeologie
Publication Year 2012
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/html
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.242 LON, 52.032 LAT)