Na zijn dienstplicht ging de geïnterviewde naar de KMA. Hij werd uitgezonden naar Irak in 2003. Hij sprak daar vooral Irakese functionarissen geen lokale bevolking. Hij hield zich bezig met Irakese landmacht, joint operations centers, de grenspolitie en de bewakingseenheden. De Irakezen zochten voortdurend ruimte om te onderhandelen over alles, terwijl die er niet was. Na de missie had hij het gevoel iets te hebben bijgedragen aan de Irakese samenleving, maar nu achteraf terugkijkend vindt hij het een mislukking in zijn geheel: er is veel geld ingepompt met relatief weinig resultaat.