Op basis van de waargenomen bodemverstoringen in zes van de zeven boringen en de aanwezig-heid van bebouwing op een deel van de nieuwbouwlocatie, kan worden geconcludeerd dat archeolo-gische waarden, op resten uit het Midden Paleolithicum na, niet meer in situ worden verwacht. De gespecificeerde archeologische verwachting, zoals die is weergegeven tijdens het bureauonderzoek, is door het booronderzoek bijgesteld naar laag voor alle perioden vanaf het Laat Paleolithicum. Resten uit het Midden Paleolithicum betreffen echter toevalvondsten, zodat hier geen duidelijke verwachting voor kan worden gegeven.