Het vlak is aangelegd op 1,1 m –mv. Er is een grote verscheidenheid aan vondstcategorieën gedaan daterend uit veel verschillende perioden. Dit komt doordat de vondsten uit ophoogpakketten afkomstig zijn en vervolgens later geroerd zijn geraakt. De vondsten dateren vanaf de 12e eeuw en hebben een datering tot in de 20e eeuw. Op basis van de datering van de vondsten moet het terrein in ieder geval in de Middeleeuwen in gebruik genomen zijn. Vanaf de 16e eeuw zijn er concrete aanwijzingen voor het ophogen van het terrein. Het terrein, dat zich achter de hoofdbebouwing van de Dorpsstraat bevindt, is lange tijd niet bebouwd geweest. De enige aangetroffen sporen, een funderingssleuf en houten paaltjes zijn de enige aanwijzingen voor bebouwing die ergens in de 18e eeuw te dateren moeten zijn. Deze bebouwing is niet terug te vinden op kaartmateriaal. Vermoedelijk gaat het dan ook om een bijgebouwtje. Hoewel er geen brandsporen zijn aangetroffen, kan het einde van het bijgebouwtje verband houden met de stadsbrand van 1792. Op basis van de te beperkte archeologische resultaten luidt het advies om geen vervolgonderzoek plaats te laten vinden.